Jean Jacques van Zuylen van Nyevelt
Kasteel_De_Haar_bij_Utrecht_rond_1646_getekend_door_Roghman.jpg

Jean-Jacques Ghislain baron van Zuylen van Nyevelt van de Haar, ook geschreven als Johannes Jacobus Ghislanus van Zuylen van Nijevelt Wyckerslooth (Brugge, 11 oktober 1752 - 23 januari 1846) was Tweede Kamerlid in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en burgemeester van Brugge in de Franse Tijd en onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.

Van Zuylen van Nijevelt was het tweede kind van dertien en de oudste zoon van Jean-Bernard van Zuylen van Nyevelt (1721-1791), schepen van de stad Brugge en algemeen postmeester voor Brugge en het Brugse Vrije en van Isabelle du Bois de Leyseele (1730-1804). Hij was in 1788 gehuwd met Marie-Elisabeth van Wyckerslooth van Weerdesteyn, uit een katholieke Utrechtse adellijke familie (Utrecht 1759 - Brugge 1815), gezin dat kinderloos bleef. Het toont aan dat hij contacten had met de Nederlandse tak van de familie en hij werd trouwens heer van De Haar bij Utrecht en de eigenaar van het (toen vervallen) kasteel De Haar1

De familie van Zuylen van Nyevelt behoorde tot een oud geslacht dat zich beschouwde als 'noblesse de race' en onder het Ancien Régime nooit om adelserkenning had verzocht. Die erkenning kwam er voor het eerst in 1816 toen Jean-Jacques van Zuylen in de eerste groep van erkenning terechtkwam voor het Ridderschap van West-Vlaanderen. Hij kreeg de baronstitel, overdraagbaar op al zijn nazaten.

Van Zuylen hertrouwde in 1817 met zijn tweënveertig jaar jongere nicht Julienne van Zuylen van Nyevelt (1794-1866), dochter van zijn broer Joseph-Ghislain en zus van Guy van Zuylen van Nyevelt (1809-1852) die in 1830 de dooppeter werd van Guido Gezelle. Hoewel hij zelf al de vijfenzestig voorbij was, kreeg het gezin van Zuylen-van Zuylen nog dertien kinderen, van wie het laatste in 1835 geboren werd. Burgemeester Jean-Baptiste Coppieters 't Wallant was zijn neef (zoon van zijn oudste zus).

Jean-Jacques van Zuylen van Nyevelt begon zijn beroepsloopbaan als algemeen postmeester voor Brugge en het Brugse Vrije, in opvolging van zijn vader. Er is weinig of niets bekend over hoe hij de woelige revolutiejaren doorbracht. Wellicht bracht hij een tijd in Nederland door. Hij kwam pas tegen het einde van het Franse keizerrijk weer tevoorschijn, als lid van het Brugse stadsbestuur. Toen in 1813 burgemeester Charles-Enée de Croeser, die het einde van Napoleon zag naderbij komen, ontslag nam, werd van Zuylen door prefect Jean-François Soult als opvolger voorgedragen en werd hij benoemd.

Hij moest Brugge door de moeilijke periode loodsen van het einde van het keizerrijk en de overgang naar het Verenigd Koninkrijk. In zijn laatste dagen had de
Franse overheid nog een buitengewone belasting opgelegd en toen die niet snel genoeg gehonoreerd werd, werd Van Zuylen als gijzelaar meegenomen. Pas nadat de verschuldigde som werd overgemaakt, werd hij op vrije voeten gesteld. Terug in zijn stad, mocht van Zuylen er veel overwinnaars van Napoleon begroeten, onder hen op 29 mei 1814 tsaar Alexander I van Rusland.

Ook al had hij de reputatie heel trouw te zijn aan het Franse regime, en maakte hij anderzijds bekend dat zijn voorkeur ging naar een terugkeer onder Oostenrijks gezag, werd van Zuylen als burgemeester bevestigd, nadat hij, voorzichtig, zijn loyaliteit tegenover het nieuwe Verenigd Koninkrijk der Nederlanden had laten blijken. Het feit dat hij tot een ook in Nederland bekende en invloedrijke familie behoorde, zal daar ongetwijfeld hebben toe bijgedragen. Hij was ook verwant met Eugène Goubau (1761-1839) die als hoge magistraat moeiteloos van het Frans op het Nederlands regime was overgeschakeld en voor benoemingen in de Zuidelijke Nederlanden veel invloed had. Te vermelden is ook dat één van zijn Hollandse neven Van Wyckerslooth, kamerheer was van Willem I2.

Het vertrouwen dat in van Zuylen werd gesteld kwam ook tot uiting door zijn aanstelling3.

In 1817 stelde hij zich niet meer verkiesbaar als kamerlid en nam hij ook ontslag als burgemeester, om te worden opgevolgd door zijn voorganger de Croeser. Van toen af had hij ongetwijfeld een volle dagtaak aan zijn jonge echtgenote en de dertien kinderen die op een tijdspanne van zeventien jaar geboren werden.

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License