Oude Cinemazalen
Vroeger lagen er in de binnenstad en daarbuiten tal van bioscopen. De eerste openbare cinemavoorstelling had plaats op 5 september 1896 in De Gouden Arend, in de Vlamingstraat 46, tegenover de Stadsschouwburg. Men sprak toen van 'Beweegende Photografieën' en ze werden gebracht door Le Cinématographe Parisien. Het waren beelden uit Parijs met mensen, koetsen en treinen. De ingang was 50 centiem. Het waren eenmalige voorstellingen en men kon nog niet spreken van een cinemazaal.
De eerste echte cinema in Brugge, cinema Pathé, opende in 1909 zijn deuren op de Grote Markt;
- Gilde-Filmuniversiteit (1910);
- cinema van de hogere klasse Vieux Bruges/Oud Brugghe (1911);
- toenmalige cinema van de liberalen Zwart Huis (1919; vanaf 1984: Gulden Vlies, en vanaf 1995: Liberty);
- cinema Coliseum (1919; vanaf 1935: Rio) in de Saaihalle;
- cinema Den Yzer (±1920; vanaf 1954: Nova, en vanaf 1965: Forum);
- erotische cinema Edison (1921; vanaf 1956: Ritz);
- toenmalige cinema van de socialisten Scala (1926; vanaf 1968: Chaplin);
- luxueuze cinema Hollywood (1928; vanaf 1929: Crosly Palace, vanaf 1945: Palace, en vanaf 1953: Memling);
- Familie Cinema (1932);
- toenmalige cinema van de katholieken City (1947; vanaf 1969: Kennedy en Richelieu);
- cinema Royal (1954);
- cinema Capitole (1957; vanaf 1975: Rembrandt, en vanaf 1989: Van Eyck);
- Forum (1955) in Assebroek;
- cinema Orly (1959) in Sint-Andries;
- cinema Metro (1958) in Sint-Kruis;
- buurtcinema Wevo (1952; vanaf 1957: Canada) in Sint-Jozef.
Door de komst van de televisie en later de grote bioscoopcomplexen, moesten in Brugge veel cinema's noodgedwongen de deuren sluiten.